Zichzelf kunnen zijn

Vandaag “testte” ik een paard dat eventueel met ons zou meewerken tijdens de sessies équi-coaching. Het gebeurt wel vaker dat mensen ons bezig zien tijdens zo’n sessie en ze mij spontaan aanspreken : dat ze hun paard een plezier zouden doen door hij/zij te laten meedoen met ons. Dat heeft denk ik vooral te maken met het feit dat we vaak met ballen en kegels enzo werken en dat hun paard speels is en houdt van contact met mensen.
Dat is op zich een pluspunt, maar alleen daarom maakt het het paard niet geschikt voor dat soort werk.
Dus “testen” we zo’n paard.
Het moet namelijk beantwoorden aan een aantal criteria die vooral met veiligheid te maken heeft. Bijten en slaan is uit den boze; het paard moet “manieren” hebben en een basisrespect voor de mens. Het zal werken met mensen die niet gewend zijn om met paarden om te gaan, en die sowieso “fouten” maken in paardentaal. Dat is niet erg; paarden die een basisrespect hebben voor mensen zijn vergevingsgezind.
Daarbij komt ook dat een paard die dit soort werk doet, voldoende gevoelig moet zijn, en zichzelf kan en durft te zijn. Toen ik als hippotherapeute met gehandicapte kinderen werkten, gebruikten we eerder “koudbloedige” paardjes zoals fjorden of brave manegepaardjes die soms, het moet gezegd zijn, gewoon wat “afgestompt” zijn – en veel kunnen verdragen.
In coaching met paarden is het net de bedoeling dat een paard constant feedback geeft aan de coachee. Toen we in Hoeilaart een brave pony testen besloten we hem niet in te zetten net omwille van dat héle brave: hij leek zijn eigen persoonlijkheid weggemoffeld te hebben en zocht geen “echt” contact.
Vandaag deed Tobias, “l’apprenti’ dat wel. Een prachtig temperamentvol paard (misschien té temperamentvol vreesde ik vooraf). Nadat hij eerst een paar minuten zijn temperament kon “loslaten” door wild heen en weer te rennen kwam hij wat tot zichzelf, en kon het contact ontstaan. Zo’n testsessie doe ik in een grote afgesloten piste, met het paard gewoon in vrijheid. Na een tijdje onstaat dan wat ik “de bubbel” noem, een intense dans waarin wij tweeën op elkaar reageren, op de miniemste beweging. Heerlijk is dat, de tijd lijkt dan stil te staan. Misschien zelfs een vorm van meditatie. Volledig in het hier-en-het-nu.
Het moment dat zo’n paard zich “geeft” en jou volgt (ook al kan hij net zo goed lekker wegrennen) is magisch. Zowel maken dat het paard jouw vertrouwt als respecteert is de sleutel. Onspannen kauwend volgde Tobias mij als een hondje. Het paard, als prooidier, zegt dan eigenlijk: “ik voel me veilig bij jou, ik accepteer jou als mijn leider.”
Elk paard is anders, elk paard “geeft” zich anders. Bij Tobias ging het vlot. Een vurig paard dat wel, maar met een “puur” hart. “Test” geslaagd.
Van de grote bal had hij eerst wat angst, maar stilaan wende hij eraan.
De komende dagen zal ik met hem verderwerken met het andere materiaal.
Het paard moet namelijk “opties” hebben om te reageren. Als hij angstig is, heeft hij geen opties, hij is dan gewoon bang. Dus vooraleer we hem inzetten moeten we er zeker van zijn dat hij vertrouwd is met het materiaal, en zich op zijn gemak voelt.
Terwijl ik met Tobias werkte hinnikte Wasabi verongelijkt. “En ik dan?”
Zij is ondertussen een ervaren “coach”, en reageert desondanks nog steeds énorm gevoelig op de blinde vlekken van de coachees. Balkjes waar ze al honderd keer is overgestapt weigert ze pertinent te nemen als de coachee niet “congruent” is (de binnenkant klopt niet met de buitenkant”. Ze gaat soms zo op in haar rol als “coach” dat ze mij vaak ontroert. De feedback die ze geeft is in ieder geval steeds duidelijk.

Op sommige momenten heeft het werk dat ze doet “bijwerkingen”. Zoals vandaag : de tandarts kwam om haar tanden te verzorgen. Ze laat het eerst rustig doen, maar op een gegeven moment vindt ze het genoég. Ook dan gedraagt ze zich niet als het brave volgzame, en “afgestompte” paard. Oh nee. “Ik pik dit niet meer, het is genoég.” Ojee. Misschien “spiegelde” ze wel mijn panische angst voor de tandarts.
Misschien was het toeval, maar haar “en nu is het genoeg” ontstond op het moment dat ik de tandarts vertelde over mijn legendarische weerstand tegen tandartsen. Tja … ze is nu éénmaal “coach”.

Gelukkig was het een slimme paardentandarts die ik had gebeld, een slimme paardenman. (voor de geïnteresseerden: zijn naam is Tom Sunt)
Hij maakte gebruik van haar weerstand door haar gewoon wat rond te laten lopen in de gang terwijl hij rustig verder vijlde. Zo kon ze toch haar weerstand uiten terwijl hij zijn werk kon afmaken. (Andere paardenmensen zouden heel kwaad worden, haar trachten te immobiliseren, trachten te blokkeren in een hoek, … toen ze begon te steigeren zag hij al gauw in dat 500 kilo die niet écht niet meer wil, niet zo gemakkelijk voor blok kan gezet worden). Hij bleef kalm en tegelijkertijd doelgericht. Op een bepaald moment werd ze rustiger. Tom glunderde: “en nu geeft ze zich”.
Ziezo, haar tandjes zijn lenteklaar. Ook die van Eddy werden gedaan. Zoals verwacht bleef hij gewoon staan en liet Tom begaan. Eddy is dan ook van niks, maar dan ook van niks onder de indruk. Ook niet als een coachee verwoed met een vlag in zijn gezicht wappert. Met als doel dat hij achteruit stapt. Eddy blijft dan gewoon staan, en knippert wat met zijn ogen. Hij lijkt daarbij dan nog te genieten van het frisse windje.
En oh ja, nieuwtje: Eddy is verliefd op Wasabi. She’s playing hard to get, maar het is toch wederzijds. De lente hangt in de lucht.