Sorry dat ik niet het lijf heb van een fotomodel.

Mijn woorden klinken bitsig. Bitsig en onnozel. Hoe onnozel kan een mens zijn.

Want de jongeman voor mij is echt wel zijn best aan het doen om een oplossing te vinden voor mijn probleem. Ocharme, ik schat hem hoop en al 24 jaar. Màx. Hoop en al.  Net uit het ei gekropen. Weet hij veel.

Als je een vrouw bent en je hebt het ook al eens meegemaakt, dan weet je het wel.  Hoe frustrerend het is.

Het kiezen en passen van een nieuwe skibroek. Ik heb het héél lang uitgesteld.  Al jaren draag ik een exemplaar uit de jaren stillekes, dat niet alleen qua model ontzettend uit de mode is, maar dat bovendien elk jaar een beetje krimpt in de was waardoor de lengte van de pijpen tot net over mijn skibotten komt. Een skibermuda zeg maar, in plaats van een skibroek. Ik vond dat eigenlijk best cool, maar mijn man verzekert mij dat ik er openlijk en minder openlijk mee wordt uitgelachen. Bovendien gaan we binnenkort een korte skitrip maken met “de Amigos” en hij wil niet dat ik me bij hen belachelijk maak. Dus het moést. Nù. Echt.

Terwijl idyllische sneeuwvlokjes uit de lucht vielen, ging ik dus op pad. Naar een skiwinkel in de buurt. (Ongelofelijk dat er in een Oostvlaams dorp zo klein als een zakdoek überhaupt een skiwinkel te vinden is. Het is niet dat het hier stikt van de bergen. Soit.)

Even later stap uit het pashokje en nu ben ik in een discussie verwikkeld met een jongeman terwijl ik met alle macht de neiging onderdruk om zijn grijnzende kop in één van de snowboardbotten te proppen.

Hoe zou u zelf zijn. De pijpen hangen een halve meter op de grond. (Een halve meter is misschien wel wat overdreven, maar het zullen toch wel zeker 30 dikke centimeters zijn)

‘Te lang. Die broek is veel te lang.’

‘Nee hoor.’ zegt hij

‘Toch wel, kijk maar.’

‘Met uw skibotten aan is die broek niet te lang.’

Ik rol met mijn ogen en kijk naar het plafond.

Als ik eerlijk ben, moet ik toegeven dat het niet zozeer de lengte van de broek is, die me ergert, maar vooral de enorme massa die mijn lijf lijkt aangenomen te hebben nadat het zich in die vreselijke broek heeft gehesen. Wat ik zie in de spiegel … staat! me! niet! aan!

‘Heb je geen broeken met kortere pijpen?’

‘Nee, dat bestaat niet.’ Hij grijnst hij alsof ik hem net gevraagd heb om voorgesteld te worden aan de paashaas.

‘Dat bestaat wel.’ (Mijn toon wordt bitsiger)

‘Nee, toch niet.’

‘Oh nee? En in jeans dan? Daarin bestaat dat wel. Beenlengte, 30, 32, noem maar op.’

De jongen kijkt beteuterd. Hij stamelt:”Onze kledingexperte is aan het lunchen,  anders ga ik haar even halen.’

1-0 voor mij.

Ik gun hem nog een kans. ‘Welk model heb je nog?’

‘We kunnen natuurlijk zoeken naar een model met kortere pijpen, maar ik vrees dan dat…’

‘Dat wat?’

‘Dat euh.. dan is dat maat 36 of 38 maar dat zal echt niet lukken want ja, ik vrees dat…’

Ik zie hem ongegeneerd kijken naar mijn achterwerk. Of naar mijn billen, de details ben ik kwijt.  Maar het was in ieder geval niet naar mijn ogen dat hij keek.

En dan komt het.  Ik floep het eruit.

‘Ah, sorry hé, dat ik niet het lijf heb van een fotomodel. Mijn excuses, duizendmaal excuseer!’  snauw ik.

Ik schaam me dood. Wat een afgang. Ik wil hier weg. Dat is het enige wat ik nog denk. De jongeman denkt hetzelfde. Ik zie het hem denken.

Gelukkig komt de kledingexperte van de speciaalzaak eraan. Het is een vrouw. Een echte skivrouw. Dat zie je zo. Gespierd van haar tenen tot aan haar voorhoofd.  Ik zucht.  Ik ben geen echte skivrouw. Het is amper skiën te noemen wat ik doe. Ik beweeg me voort.  Niet zo erg snel op de koop toe. Bij de kledingexperte zal dus ook bitter weinig empathie voor dikke billen te rapen zijn.

Maar ze kent haar vak. Dat wel. Even later sta ik aan de kassa met een skibroek die past en waarin ik er niet uitzie als een tros worstelende roze nijlpaarden.

‘Goh, dat had ik niet verwacht. Dat het toch zo vlot zou gaan. Het is zo frustrerend, een nieuwe skibroek kopen. Ik keek er echt tegenop.’

Met een pokerface antwoordt ze: ‘U ziet mevrouw, het was nergens voor nodig om u zo op te winden.’

Ach. The story of my life.

En terwijl ik, ietwat verward, de deur achter me toetrek, weerklinken de woorden van Bart Cannaerts*. Als je je kunt druk maken over zulke futiliteiten, dan betekent dat dat je eigenlijk heel content moogt zijn.

#nietperfecttochcontent

* Bart Cannaerts in de show “Gaan we nog eens bowlen?”