Over Erik de eekhoorn, pure goesting, uitstelgedrag en wraak

Ik wil je graag even voorstellen aan Erik. Erik is werkelijk dol op het verzamelen van eikels.

Zo rond deze tijd verheugt hij zich zoals elk jaar op het sniffelsnuffelen, grabbelgraaien en vooral op het verstopperen (3 categorieën in de edele kunst van het eikelverzamelen).

Vorig jaar was een topjaar voor Erik. 35 eikels!  Helemaal op zijn eentje. Ga daar maar eens voor staan.

Als Erik zijn Facebookpagina opent, springen meteen foto’s van prachtige glanzende eikels in het oog.  Ook op twitter gonst het van de eikelquotes en de “5 beste eikelverzameltips’ die inhoudelijk niet veel te betekenen hebben, maar vooral wijzen op het feit dat het weer tijd is. Hij voelt kriebeltjes in zijn buik en wrijft in zijn pootjes. Goesting,  dat is wat hij voelt.  Pure goesting.

Maar dan ziet hij een post van zijn nonkel Maurice, die een selfie heeft genomen naast zijn verzameling van 750 eikels. Z e v e n h o n d e r d v i j f t ig. Het zijn bovendien niet van die pietepeuterige, scharminkelige beschimmelde dutskes van eikels,  nope,  het zijn donkerbruin gezond glanzende eikels, met hoedje erop. Volledig compleet en al.

Er trekt een schaduw over Erik’s gedachten. Hij sluit zijn laptop en kruipt in een boomholletje.  ‘Om die 35 te halen moest ik al heel erg mijn best doen.  Misschien krijg ik er dit jaar zelfs geen 35 meer bij elkaar. Laat staan dat ik ooit aan de honderd geraak.  Dat lukt me nooit.  Eigenlijk ben ik helemaal niet zo goed in eikels verzamelen. Misschien heeft heel dat gedoe rond die eikels ook helemaal geen zin. Al die energie die daarin kruipt! Het is bij nader inzien toch ook wel een kleinburgerlijke gewoonte, iets onnozels eigenlijk.’

De herfst kruipt verder in het land en Erik de eekhoorn begint er maar niet aan. Hij weet diep vanbinnen dat hij in de winter nu eenmaal zijn voedselvoorraad nodig zal hebben.  Los van het feit dat eikels verzamelen gewoon erg leuk is om te doen. (Correctie; hij VOND het leuk, nu vindt hij er niets meer aan, bah.)

Helaas, telkens hij eraan wil beginnen is er altijd wel iets dat hem tegenhoudt.  Hij wil nog eerst zijn wenkbrauwen kammen, tenslotte moet dat ook gebeuren.  Of hij besluit om eerst nog even te googelen of het nu regent, miezert of druppelt.

Kortom, er is altijd wel een reden om niet te vertrekken. Erik wordt bozer en bozer op zichzelf.

Dan besluit hij om iets te doen aan zijn probleem.  Hij zal eens een duchtig woordje praten met zijn nonkel Maurice.  Hem eens even uitleggen wat eikels verzamelen precies is. Dat het niet gaat om de aantallen, maar wel om de passie.  Ha! Erik zal het hem eens goed vertellen zie. ‘Die nonkel Maurice, wat denkt die wel!   Met zijn arrogante kijk-mij-eens-succesvol-zijn-blik!  Of nog beter, ik leer hem een lesje!  Gewoon praten is zo.. is zo.. flauw. Ha! Ja, dat zal ik doen!  Erik voelt de energie opnieuw in zijn lijfje borrelen.  Het idee dat hij iets aan zijn probleem doet geeft hem opnieuw moed. Koortsachtig bedenkt hij: ‘Ik zal hem bedreigen met een tammekastanjebolster. Opdat hij ermee stopt. Met zoveel eikels te verzamelen.  Hij moet er gewoon mee stoppen.  Het is toch waar zeker. Die arrogante Maurice heeft mijn goesting gestolen!  Hij verpest het voor iedereen!’

En dat is wat Erik doet.  hij gaat op pad, de tammekastenjebolster verstopt in zijn staart. Nonkel Maurice is blij om Erik te zien en wil hem een high five geven.  Maar Erik haalt in 1 beweging de kastanjebolster tevoorschijn en gooit hem naar nonkel Maurice terwijl hij roept: ‘Stop met succesvol te zijn! En geef me mijn goesting terug!’  Nonkel Maurice staat perplex, en voor hij goed en wel beseft dondert hij van de tak af en valt pardoes op zijn hoofd.

Ziezo.  Nonkel Maurice is dood.  Dat was nu ook weer niet de bedoeling. Erik kijkt vanop zijn tak naar beneden. Hij roept: ‘Oh, sorry nonkel Maurice, dat was niet mijn bedoeling!’ Ook al voelt Erik zich wel wat schuldig,  toch is hij blij dat zijn probleem is opgelost.   Fluitend begint hij er weer aan. Hij sniffelsnuffelt, grabbelgraait en verstoppert dat het een lieve lust is.   ‘I’m back baby!’ gilt hij en knipoogt naar de eekhoornladies. De knoop in zijn maag negeert hij maar.  Hij is dan ook maar een eekhoorntje, en werkelijk dol op het verzamelen van eikels.

En dan nu de happy ending: Erik  leeft nog lang en betrekkelijk gelukkig.

(Om iets aan de knoop in zijn maag te doen, schrijft hij nog een boze brief naar Facebook, en ook nog eentje naar Het Laatste Nieuws over het maatschappelijke probleem van de sociale media die op schaamteloze wijze de prestatiedruk verhoogt wat leidt tot burnout en zo meer. De knoop blijft, maar kom. Het is maar een knoop.)