Vertrouwen winnen: in 2 stappen

Elke spier in haar lichaam staat gespannen.  Klaar om weg te rennen. Ze deinst al wat achteruit.  Maar het verlangen is te sterk. Ze twijfelt.  Ze brengt haar hoofd iets naar voor.

Ik verwijder me van haar, 5 centimeter ongeveer.  Evenveel als haar hoofd naar mij  toe reikte. Ze kijkt verbaasd. Ik geef haar ruimte. Dat had ze niet verwacht.

Ze ontspant zich lichtjes. Blijft argwanend. Uiteraard.  Zij is een prooidier. Ze heeft gelijk om argwanend te zijn. Toch zet ze een stapje naar me toe. Een heel klein stapje.  Daarop zet ik weer een stapje weg van haar,  achteruit. Ik kijk haar niet aan. Hou mijn armen laag, beweeg amper.  Adem rustig. Ik verlang niets van haar. Vertrouwen heeft tijd nodig. Enkel mijn goede intentie is niet genoeg.

Aangemoedigd door de ruimte die ze krijgt, komt ze nog een stapje naar me toe. En nog één.  Nu verwijder ik me opnieuw, maar iets minder. Tot ze naar me toe komt. En ik blijf staan.  Wanneer ze aan mijn hand ruikt, spannen haar spieren zich weer op. Klaar om te vluchten. IIk laat haar een paar korreltjes eten uit mijn hand, en zet weer een stapje achteruit, weg van haar. En ze ontspant.  Ze krijgt ruimte.

Drie dagen later.  Noisette komt naar me toe gelopen. Ze duwt met haar hoofd tegen mijn hand. Ik kijk haar aan.  Brutaal en onverschrokken kijkt ze me aan met een blik van: “Eten, nu!”   Van angst naar vertrouwen.  Nog zo’n ontroertrigger.

Twee stelregels als je het vertrouwen wil winnen van iemand:

1) Geef ruimte.

Luister.  Begrijp in plaats van begrepen te willen worden. Denk, voel en gedraag je in dezelfde taal als de ander.

2) Geef tijd.

Vertrouwen opbouwen duurt een poosje. Haal de druk eraf. Respecteer de tijd die de ander nodig heeft.  Of dat nu een schaap is, of een mens,  veel verschil maakt dat niet uit.

 

 

 “Trust is a great force multiplier.” (Tom Ridge)